Zoals iedereen het afgelopen jaar ongetwijfeld heeft meegekregen: er is een pensioenakkoord gesloten met afspraken om het pensioenstelsel in Nederland te vernieuwen. De verwachting is dat de nieuwe regels voor pensioen ingaan vanaf 1 januari 2022. Wat is er precies afgesproken en wat betekent dit straks voor jou? 

Ons huidige pensioenstelsel

Op dit moment bestaat ons pensioenstelsel uit drie pijlers:

  1. Pijler 1 is de AOW. Dit is een basispensioen voor iedereen vanuit de overheid. Dit wordt ook wel eens het ‘staatspensioen’ genoemd.
  2. Pijler 2 is het pensioen dat via de werkgever wordt opgebouwd.
  3. Pijler 3 is het (aanvullend) pensioen dat iemand individueel opbouwt.

Waarom moet het anders?

Er is de afgelopen jaren veel veranderd in onze samenleving. Mensen worden bijvoorbeeld ouder, werken niet hun leven bij één werkgever of gaan ondernemen. Het is belangrijk dat het pensioenstelsel hierop aansluit. Op dit moment brokkelt het vertrouwen in het huidige stelsel echter snel af.

Iedereen voelt zich tekortgedaan. En dat terwijl Nederland het hoogste pensioenvermogen per hoofd van de bevolking bij elkaar heeft gespaard. Maar omdat het niet duidelijk is wat van wie is, hebben we veel discussie over de verdeling. En dat komt omdat het geld bij de pensioenfondsen in een collectieve pot zit waar met allerlei rekenregels bepaald wordt wat van wie is.

Dan hebben we het probleem van de ‘doorsneepremie’. Iedereen bouwt voor dezelfde premie evenveel pensioenrechten op. Maar geld dat jongeren inleggen, kan veel langer gebruikt worden om te beleggen en is technisch gezien meer waard. Het gevolg is dat je ruwweg tot je 45e teveel betaalt voor je pensioen en daarna te weinig. Toen mensen nog vaak hun leven lang bij hetzelfde pensioenfonds zaten was dat geen probleem. Maar tijden zijn veranderd en het pensioenstelsel is niet mee veranderd.

Het huidige pensioenstelsel kent daarnaast ook weinig mogelijkheden voor maatwerk en keuzevrijheid, terwijl hier wel behoefte aan is. Het nieuwe stelsel moet pensioenen inzichtelijker, persoonlijker en eerlijker maken.

Wijzigingen nieuwe pensioenstelsel

AOW-leeftijd minder snel omhoog

De ingangsdatum van de AOW-leeftijd stond lange tijd op 65 jaar. In 2012 is besloten de AOW-leeftijd langzaam te laten stijgen, zodat uiteindelijk in 2021 de AOW-leeftijd 67 jaar zou zijn. Daarna zou de AOW-leeftijd meestijgen met de gemiddelde levensverwachting. Deze stijging wordt nu echter afgeremd. De AOW-leeftijd is nu, anno 2021, 66 jaar en 4 maanden en zal stapsgewijs opschuiven naar 67 jaar in 2024. Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd mee met de gemiddelde levensverwachting: als de levensverwachting een jaar stijgt, dan stijgt de AOW-leeftijd 8 maanden.

Afschaffing van de doorsnee premie

Dit is de meest complexe verandering. Daarnaast heeft het grote gevolgen voor iedereen die pensioen opbouwt via de tweede pijler omdat ze afhankelijk zijn van de pensioenregeling. Bouw jij pensioen op bij een pensioenfonds, pensioenverzekeraar of premiepensioeninstelling? Is het een Defined Benefit (DB) regeling of een Defined Contribution (DC) regeling? Velen zullen nu wellicht al afhaken. Voor de liefhebber: een uitgebreide en redelijke begrijpelijke uitleg vonden we op de website van AON.

10% lumpsum opname

Als je in pensioen gaat mag je in de toekomst in één keer tot 10% van de pensioenwaarde opnemen. Uiteraard blijft er daarna minder pensioen over, waardoor dit niet voor iedereen een goede optie is. Maar deze lump sum geeft je wel de mogelijkheid om bijvoorbeeld die lang gekoesterde wens om een camper te kopen of een wereldreis te maken te vervullen.

Eenvoudiger en meer uniform nabestaandenpensioen

Het nabestaandenpensioen zal eenvoudiger en uniformer moeten worden. Het huidige nabestaandenpensioen (het partner- en wezenpensioen bij overlijden van de werknemer) is voor veel deelnemers onoverzichtelijk. Het doel is het partnerpensioen standaardiseren, adequater en begrijpelijker maken. Het wordt standaard op risicobasis als iemand overlijdt voor de pensioendatum en standaard wordt 70% uitgekeerd als iemand overlijdt na pensioendatum

Mogelijkheden oudere werknemers vervroegd te laten uittreden

Omdat langer doorwerken niet voor iedereen haalbaar is krijgen werkgevers tijdelijk de mogelijkheid om fiscaal aantrekkelijke regelingen te treffen voor werknemers die vervroegd met pensioen willen gaan. Werknemers die tot 3 jaar voor de AOW-leeftijd zitten kunnen eerder stoppen met werken.

Tot een bedrag van € 1.847 (2021) per werknemer per maand wordt deze uitkering niet extra belast, zoals bij andere regelingen voor vervroegd uittreden (RVU), die door de overheid op die manier ontmoedigd worden.

Deze mogelijkheid is tijdelijk. De uiterste datum waarop werkgevers en werknemers dit overeen kunnen komen is 31 december 2025. De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/ of fulltime of parttime dienstverband.

Veranderingen voor zzp’ers

Het is de bedoeling dat er een wettelijk verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers komt (alhoewel er ernstig getwijfeld wordt aan de haalbaarheid ervan), en er wordt bekeken hoe zzp’ers ook bij een pensioenfonds voor hun pensioen kunnen sparen. Goed nieuws voor zzp’ers is dat deze fiscale mogelijkheden in de derde pijler – waar zzp’ers op zijn aangewezen – worden gelijkgetrokken met de tweede pijler.

Dit artikel is geschreven door BrightPensioen, partner van Humanwave. 

Lees ook: